Home  >   Groot tekort aan trainers!
Groot tekort aan trainers!
Groot tekort aan trainers!

Groot tekort aan trainers!

Kalender vrijdag 12 januari
De helft van de 18.500 sportclubs in Vlaanderen is op zoek naar extra trainers. Bij liefst 8 op de 10 zoekende clubs verloopt die zoektocht bijzonder moeilijk. Het trainerstekort zorgt er ook voor dat een derde van de sportclubs geen nieuwe leden meer toelaat of niet meer sporturen kan aanbieden.

Dat blijkt uit een bevraging door de Vlaamse Sportfederatie bij de sportclubs in Vlaanderen. De Vlaamse Sportfederatie roept de federale overheid daarom op om een werkbaar en betaalbaar statuut te creëren voor de georganiseerde sportsector.

Het huidige statuut om trainers te verlonen is veel te complex

Pieter Hoof van de Vlaamse Sportfederatie
 
Nijpend tekort

Vandaag telt Vlaanderen zo’n 73.000 gemotiveerde trainers. Dat aantal stijgt elk jaar. Net als het aantal trainers dat zich bijschoolt. Maar ondanks deze positieve trend en de inspanningen van de sportfederaties en sportclubs om mensen warm te maken voor het trainersvak, kan het trainerskorps in Vlaanderen de toename aan sportende Vlamingen niet volgen. De helft van de clubs is op dit moment op zoek naar extra trainers en voor liefst 8 op de 10 verloopt die zoektocht bijzonder moeilijk. Eén van de grote knelpunten voor clubs: het ingewikkelde statuut voor vergoedingen.

Pieter Hoof, algemeen directeur bij de Vlaamse Sportfederatie: “Als sportsector zijn we al decennia lang vragende partij om onze sportorganisaties te helpen met een eenvoudiger statuut op maat om trainers, maar ook officials en sportief (jeugd)coördinatoren te vergoeden. Niet alleen om ervoor te zorgen dat onze coaches minder snel afhaken, maar ook om extra trainers te kunnen aantrekken. Dat is nodig, want nu het aantal sporters verder stijgt, hebben we ook
veel meer trainers nodig. Alleen zo zijn onze 18.500 clubs in staat om iedereen kwalitatief te laten sporten.”


Afhakende trainers

Vier op de tien sportclubs in Vlaanderen zien elk jaar trainers afhaken. Daardoor moeten de sportclubs elk seizoen opnieuw op zoek naar nieuwe coaches.

  • Bijna zes op de tien trainers stoppen omwille van tijdsgebrek of gewijzigde prioriteiten.
  • Een kwart omdat het trainerschap te veel andere taken met zich meebrengt.
  • Een vijfde omwille van de te lage vergoeding.

Op sommige van deze oorzaken kunnen sportclubs en -federaties zelf inspelen, maar ook de overheid dient een helpende hand aan te reiken.

coach_trainer_opwarming_training_piket_speler



Pieter Hoof, algemeen directeur bij de Vlaamse Sportfederatie: “Clubs en federaties ondernemen vele acties om trainers te bedanken en te waarderen, voorzien bijscholing, zetten in op begeleiding van trainers, maken werk van communityvorming, spreken potentiële kandidaten persoonlijk aan en trachten flexibiliteit in te bouwen om tegemoet te komen aan de noden en wensen van trainers. Maar dat volstaat niet altijd om het tekort aan trainers op te vangen.
Daarom schakelt bijna de helft van de sportclubs steeds vaker een trainer in om meerdere groepen te coachen. Ruim 15% van onze clubs doet dit zelfs altijd. Dat is een onhoudbare situatie. Willen we meer mensen warm maken om coach te worden bij een sportclub, dan moet de overheid ook helpen door een gepast statuut te voorzien. Ook flexwerk biedt kansen.”


Nood aan eigen systeem

De georganiseerde sportsector ijvert al lang voor een statuut op maat van trainers, coördinatoren en officials, waarbij de administratie voor de vrijwillige bestuurders in sportclubs beperkt blijft. De federale overheid lanceerde in 2018 een statuut Verenigingswerk tot grote tevredenheid van de sportsector. De regelgeving vertoonde echter fouten en belandde snel in
de prullenmand. Sinds 1 januari 2022 is een nieuw soort Verenigingswerk mogelijk onder het statuut artikel 17. Cijfers die de Vlaamse Sportfederatie kon inkijken, bevestigen echter het vermoeden dat dit statuut in de sport- en cultuursector veel minder gebruikt wordt. Het is niet alleen duurder, maar blijkt in de praktijk ook te complex. De sportsector heeft nood aan een eigen systeem. Pieter Hoof, algemeen directeur bij de Vlaamse Sportfederatie: “Uit cijfers van de RSZ blijkt dat
het huidige statuut Artikel 17 als vervanging van het eerdere Verenigingswerk niet werkt voor de sportsector. Op drie jaar tijd is het aantal personen en organisaties dat het statuut gebruikt met meer dan 50% gedaald. Er is met andere woorden duidelijk nood aan een ander en eenvoudiger statuut voor onze trainers."

 
Flexi-jobs

Daarnaast kondigde de federale overheid recent een verdere uitbreiding van flexi-jobs aan naar de sportsector. Dat statuut kan mensen ook overtuigen om een bijverdienste te zoeken in onze sportsector. Maar ook hier lijken onze sportclubs en -federaties momenteel uit de boot te vallen. Dat is niet te begrijpen.

Deel dit artikel op social media
Vlaamse Sportfederatie
Vlaamse Sportfederatie
Gent (België)
Ontdek Vlaamse Sportfederatie

Gerelateerde artikelen