Uit een recent onderzoek van Voetbal Vlaanderen en Deloitte blijkt dat er per amateurclub gemiddeld zo’n 54 vrijwilligers actief zijn. Zij zorgen er elk seizoen opnieuw voor dat de grasmat goed ligt, de truitjes gewassen zijn en de kantine open is. Dat doen ze voor bijna 300.000 actieve voetballers in Vlaanderen. Dat betekent dat clubs per speler kunnen rekenen op 0,2 vrijwilligers, gaande van trainers, afgevaardigden en bestuurders tot administratieve medewerkers en medewerkers voor de kantine.
DE DAGELIJKSE REALITEIT
Dat de rekrutering van vrijwilligers steeds moeizamer verloopt blijkt ook uit de getuigenissen van twee Vlaamse clubs.
KSV Bredene is een club met 450 leden en 54 vrijwilligers. “Jaar na jaar wordt het moeilijker om alles geregeld te krijgen. Zelf ben ik gelukkig met pensioen, maar het is bijna een voltijdse job om deze club draaiende te houden”, getuigt Mario, TVJO bij de club.
Onze club groeit, maar de vraag is groter dan het aanbod.
Mario, TVJO van KSV Bredene
Ook bij KSC Mechelen kampen ze met een gelijkaardige problematiek. De club moet per seizoen meer dan 400 aanvragen van jeugdspelers weigeren door een nijpend tekort aan terreinen en vrijwilligers. “Bij onze club is vooral het vinden van coaches een probleem. Corona heeft hier een grote rol in gespeeld”, verklaart de sportief verantwoordelijke, Kurt Verbeke. “Heel wat trainers zijn afgehaakt door andere bezigheden en alternatieve sporten. We krijgen sindsdien ook vaker de vraag: “wat brengt dat op”. Dat is nu eenmaal de realiteit.”
Het probleem situeert zich dus duidelijk niet enkel en alleen bij de rekrutering van vrijwillige handen, maar ook bij het betalen van mensen en de bijhorende administratieve last. Kurt Verbeke vult aan: “Binnen het huidig kader van vrijwilligerswerk zijn de maximale bedragen niet meer toereikend, de mensen doen het er niet meer voor. Het verenigingswerk is dan weer een te hoge drempel: te veel administratie en bijkomende verplichtingen.”
Bij KSV Bredene botsen ze op dezelfde beperkingen. Zij betalen een deel van hun vrijwilligers via het verenigingswerk, wat maakt dat er voor elk extra vrijwilliger een arbeidsongevallenverzekering moet worden afgesloten. “Allemaal werk dat erbovenop komt. We doen het nog steeds met hart en ziel, voor de sport en de kinderen, maar extra ondersteuning is nodig”, besluit Mario.