Home  >   Talentontwikkeling: een interview met Stanley van Kesteren
Talentontwikkeling: een interview met Stanley van Kesteren
Talentontwikkeling: een interview met Stanley van Kesteren

Talentontwikkeling: een interview met Stanley van Kesteren

Kalender dinsdag 10 augustus
Stanley van Kesteren ademt al zijn hele leven voetbal. Als actieve speler, opgeleid in de voetbalschool van AZ kwam hij zelfs uit voor Oranje O17 en O18. Later in zijn carrière ging het voornamelijk over opleiden: eerst van zichzelf, daarna de van jeugd. Zo was hij 12 jaar hoofd jeugdopleiding van FC Volendam en is staat hij momenteel in dienst van de KNVB als medewerker talentontwikkeling. Wat is zijn visie?

Ik ben van mening dat ieder kind één of meerdere talenten mee krijgt bij zijn geboorte. Zijn dit een aantal talenten samen dan kun je deze gebruiken om uit te blinken. Als je bijvoorbeeld uitmuntend ruimtelijk inzicht en een goede oog hand/voet coördinatie hebt, dan heb je hoogstwaarschijnlijk meer talent voor balsporten en kun je je hierin verder ontwikkelen. Heb je hiernaast nog meer bruikbare talenten dan wordt je gezien als talentvoller.

Het herkennen van talent is het moeilijkste wat er is. Vooral als een speler met oudere spelers speelt. Een talent moet je beoordelen met dezelfde leeftijdsgroep (biologische leeftijd) waardoor je ze kunt vergelijken. Heeft een speler meerdere talenten die een voetballer nodig heeft, dan is het een talent en wordt hij gescout/geselecteerd, omdat hij opvalt of uitblinkt.

Een voetbaltalent moet een goed ruimtelijk inzicht hebben, goede motorische vaardigheden, redelijke basis techniek, fysieke voorwaarden en goed kunnen reflecteren. Helaas is op al deze aspecten bijna niet te scouten.

Stanley van Kesteren


Een voetbaltalent moet een goed ruimtelijk inzicht hebben, goede motorische vaardigheden, redelijke basis techniek, fysieke voorwaarden (o.a. snelheid) en goed kunnen reflecteren. Helaas is op al deze aspecten bijna niet te scouten. Je kunt deze aspecten pas echt goed analyseren als een speler in een opleiding speelt. Naast deze aspecten kan een speler ook nog een uitzonderlijk talent hebben. Een voorbeeld hiervan is goed gevoel ruimte of uitzonderlijk goed kunnen verdedigen of talent hebben op te scoren.

Wat of hoe communiceren

Ik ben een coach die het belangrijk vindt om een speler uit te leggen waarom ze iets moeten doen en hoe. Ik ben van mening dat het dan langer bij een speler blijft hangen. Hierna gaat het erom, dat ze zelf de (goede en mindere) keuzes maken en de coach niet alles ‘voorzegt’.

Eigenaarschap van ontwikkeling

Hoe maak je een speler zelf verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling? Zorg dat je met elke speler vooraf en tijdens het seizoen veel in gesprek bent. Maak de speler bewust waarmee hij bezig moet zijn. Hierin is het echter belangrijk om de eindverantwoordelijkheid bij de spelers zelf neer te leggen. Laat de speler(s) zelf meedenken, zelf plannen en zijn (korte en lange termijn) doelstellingen maken. De trainer is in dit proces een mentor. Hou de speler een spiegel voor en stel open vragen om hem te helpen in zijn proces. Zorg in dit proces dat de doelstellingen van de spelers concreet en smart zijn.

Mentale trainingen

Naast de fysieke, tactische en technische trainingen ben ik van mening dat je als trainer elke training en wedstrijd ook bezig moet zijn met mentale training van de spelers. Ik denk dat de rol van mentale training door veel trainers onderschat wordt. Het zou mooi zijn als een specialist de trainer kan helpen en adviseren over het omgaan met de individuele spelers en de groep.


jeugd_beker_gewonnen

 

Winnen

Ik hoor vaak dat winnen niet belangrijk is in veel talentprogramma’s. Ik vind winnen heel belangrijk. Het doel winnen moet vaak aangehaald worden richting de spelers. Elke teamspeler wilt winnen. Win je dan is het plezier hoog. Als een team alleen maar verliest wordt het plezier van de spelers minder. Het mooiste is een competities te hebben waarin er soms wordt gewonnen en soms wordt verloren. Ook van verliezen leer je als speler en als team. Het leermoment is volgens mij het hoogst als er ook soms verloren wordt. Op een hoger niveau win je ook nooit alle wedstrijden. Leer daar dan maar vast mee omgaan in de jeugdopleiding.

 

'Willen winnen' is een belangrijk aspect, maar het mag niet ten koste gaan van de opleiding van jeugdspelers. Het is een dunne koord waarop je als coach moet balanceren.

Stanley van Kesteren


Winnen mag niet ten koste gaan van opleiding van jeugdspelers, maar we moeten ons wel blijven beseffen, dat we spelers opleiden tot professionals. Bij het eerste team gaat het maar om één ding en dat is winnen. Met het aspect “willen winnen” moeten we spelers vanaf vroege leeftijd helpen. Bij alle trainingspartijen gaat het dus om winnen. Aan de andere kant bedoel ik hier niet mee dat de coach tijdens jeugdwedstrijden alleen bezig moet zijn met winnen. Integendeel, die is juist bezig met opleiden en maakt keuzes die goed zijn voor het individu en niet altijd voor het team. Tussen winnen en opleiden bevindt zich een dunne koord, waarop je als coach moet balanceren.

Sportpsycholoog

Ik sta heel positief tegenover het inzetten van een sportpsycholoog als dit financieel mogelijk is. Helaas is dit niet altijd haalbaar. Vaak is er geen budget om specialisten zoals een techniek-, fysieke- en/of mentaal trainer aan te stellen. In dit geval komt alles op de schouders van de trainer. Die wordt dan een soort manusje van alles. Is het echter mogelijk om een staf uit te breiden en grote talenten met een sportpsycholoog te laten werken dan ben ik hier zeker voorstander van.

Selectie samenstellen

Er is een groot verschil tussen een selectie samenstellen als jeugdtrainer of als een seniorentrainer. Bij jeugdvoetbal heb je vaak te maken met allerlei talenten die je in moet passen in het team. Hier wordt vaak gekeken naar de beste spelers in de regio, onafhankelijk van de posities.

Bij senioren voetbal kun je een elftal samenstellen, zoals de trainer een ideaal team ziet. Ik kies ervoor om dan eerst de as van een elftal samen te stellen. In de as moeten belangrijke spelers staan en het liefst een aantal spelers die sturend vermogen hebben. Daarna vul je de rest in.

Individuele ontwikkeling versus teamontwikkeling in de jeugd

Het is de taak van de hoofd opleidingen om ervoor te zorgen dat de individuele ontwikkeling van spelers voorrang heeft op het willen winnen. Het hoofd opleiding moet ervoor zorgen, dat alle spelers speeltijd krijgen.

In mijn tijd bij FC Volendam werkte ik de laatste 3 jaar als hoofd opleiding. Bij FC Volendam hadden wij een speeltijdregel. Deze regel hield in, dat alle spelers tot de O17 aan het einde van het seizoen ongeveer dezelfde aantal minuten hebben gespeeld. Ik controleerde deze speelminuten regel. Met de trainer besprak ik elke week de opstelling. Hierdoor voorkom je dat de trainer in een tunnelvisie blijft hangen en alleen zijn ‘beste’ spelers opstelt. Ik ging er vanuit dat elke speler, die wij hadden aangenomen binnen de FC Volendam jeugdopleiding goed genoeg was om daar te spelen.

Ik vind het schandalig dat er grote clubs zijn die selecties van 25 spelers hebben en dat er tien spelers uit deze selectie vervolgens amper wedstrijden spelen.

Stanley van Kesteren


Als een speler ‘normaal’ traint dan heeft hij recht om zich te ontwikkelen. Dankzij deze speeltijdregel speelden alle teams op het hoogste niveau van Nederland. Ik vind het schandalig dat er grote clubs zijn die selecties van 25 spelers hebben en dat er tien spelers uit deze selectie vervolgens amper wedstrijden spelen. Vaak vallen juist deze tien spelers na het seizoen af, omdat ze zich niet goed hebben ontwikkeld.

Ik hoop dat de KNVB hier iets mee wilt gaan doen en grenzen gaat stellen tot de leeftijdscategorie van O17. De KNVB kan misschien het aantal spelers per leeftijdscategorie maximaliseren. Een andere regel zou kunnen zijn, dat de KNVB BVO’s verplicht om nieuwe spelers minimaal twee jaar in de opleiding te houden.

In de oudste teams O21 en O18 kan ik begrijpen dat spelers om moeten gaan met wisselbeurten om ze voor te bereiden op het 1e team, waar het alleen om presteren/winnen gaat.

Differentieel leren

Differentieel leren vind ik dit heel belangrijk. Ik denk dat we sowieso te eenzijdig onze sporters opleiden. Variatie maakt spelers beter. Voetballer komen steeds in nieuwe en verschillende situaties terecht. Daar kun je ze doormiddel van differentieel leren op voorbereiden.

Als jij een voetbal vereniging zou mogen opzetten, waarin zou deze verschillen van de huidige verenigingen?

Ik zou dan de volgende uitgangspunten belangrijk maken: “speeltijdregel, niet te snel doorschuiven van talenten (een speler mag best uitblinken, wat goed is voor zijn zelfvertrouwen), indelen op biologische leeftijd en veel meer individueel gericht trainen”. Daarnaast zou ik de jeugdopleiding pas starten op 11 jarige leeftijd. Ik kom hier later op terug.

Doelen bepalen van het team en van de individuen in een team

Ik bepaal de doelen niet, dat doen de spelers! Afhankelijk van welke leeftijdsgroep je coacht, kun je als coach de groep en/of het individu wel een bepaalde kant opduwen. De coach is een expert en hij weet wat er nodig is om resultaat te halen. Deze kennis moet de coach gebruiken. In het vaststellen van het doel moeten de spelers het gevoel hebben, dat zij het doel bepaald hebben. Het sturen van het doel kan door de juiste open vragen te stellen aan het individu en/of de groep.

Hoe coach jij de ouders?

Ik betrek de ouders (tot 16 jaar) volledig bij het proces in de jeugdopleiding. Zij zijn namelijk een super belangrijke schakel in het ontwikkelingsproces van de speler. Luister naar de ouders maar maak ook duidelijke afspraken waar wel en niet over gesproken wordt met ze.

Voorkeur coach: oud voetballers of CIOS/ALO achtergrond

Mijn voorkeur gaat uit naar trainers met een goede opleiding (CIOS of ALO) en die op redelijk niveau hebben gespeeld. Oud voetballers weten hoe het er in de kleedkamer aan toe gaat. Er is nu een versnelde opleiding voor oud spelers. Ik denk de opleiding voor oud voetballers juist langer moet zijn. Oud voetballers zijn voetbalexperts, maar hebben geen ervaring in pedagogiek, periodisering en omgang ouders etc.

Wat zou JE willen veranderen in het voetbal?

Ik maak me zorgen in Nederland over het oppikken van talent. Waar we in het verleden spelers op een iets latere leeftijd naar de BVO’s haalden wordt het nu steeds op jongere leeftijd. Zoals eerder aangegeven vind ik, dat jeugdopleidingen pas mogen starten vanaf de O11. Ik weet dat de helft van Nederland het met mij eens is en de andere helft niet. Hier komen we nu niet over uit. Er is geen bewijs dat het ene goed en het andere niet goed is. Maar dit is puur mijn mening.

Indien wij talenten al vroeg kunnen scouten, dan vraag ik me af, waarom er nog steeds nieuwe spelers aan een BVO opleiding worden toegevoegd in de leeftijdsgroep van 15-18 jaar. We kunnen simpelweg niet op potentie scouten en laatbloeiers blijven er altijd. Om deze reden vind ik, dat we in Nederland moeten stoppen met het scouten om zeer jonge leeftijd.

Nu worden talenten opgehaald door een busje naar de BVO en hebben ze geen tijd meer om te voetballen in de eigen omgeving. Zelfs op de fiets naar school zit er niet meer in. Moeten we deze talenten niet langer in de eigen omgeving laten opgroeien?

Stanley van Kesteren


Ik zie om me heen dat spelers slechtere motorische vaardigheden bezitten. Dit heeft te maken dat de jeugd minder buiten speelt en dus minder beweegt. Voetbaltalenten zijn juist kinderen die wel op pleintjes gaan voetballen. Voordeel van hier voetballen is dat ze ook nog wel eens een bal in een sloot of over een hek schieten en vervolgens bezig zijn met springen en/of klimmen om de bal weer te pakken. Nu worden deze talenten, echter opgehaald door een busje naar de BVO en hebben ze geen tijd meer om te voetballen in de eigen omgeving. Zelfs op de fiets naar school zit er niet meer in. Moeten we deze talenten niet langer in de eigen omgeving laten opgroeien?

Er moet in Nederland veel meer aandacht komen voor de motorische vaardigheden van opgroeiende kinderen. Ik ben van mening dat we in Nederland de gymlessen beter moeten verzorgen. Als dit niet goed gebeurt op de scholen dan moeten we dit op de voetbalverenigingen beter regelen. We zijn sporters nu heel vaak heel eenzijdig aan het opleiden. Grote BVO’s zijn hier goed mee bezig en gebruiken het Athletic Skills Model om veelzijdiger op te leiden.

Voor kleine voetbalverenigingen is het nog veel belangrijker om zich te focussen op het verbeteren van de motorische vaardigheden van jonge voetballers. De grootste talenten hebben vaak al een groot talent om goed te bewegen en komen hierdoor niet in de problemen. De iets mindere talenten die bij een wat kleinere opleiding spelen hebben deze motorische ontwikkeling juist veel harder nodig. Ik hoop dat deze clubs en vooral amateurverenigingen  veelzijdiger sporten gaan aanbieden.


jeugd_training_dribbel

 

Ik maak me ook zorgen om de grote van de groepen bij de grote clubs. Waar ze in het verleden in een leeftijdsgroep 16 jongetjes selecteerden zijn dit er nu 25 geworden of zelfs twee teams van 18. Dus nu worden niet alleen de grootste talenten opgepikt maar ook de mindere talenten door dezelfde clubs. Dit is puur uit angst. Want wat als een andere BVO deze speler oppikt en hij een topper wordt? Dat BVO steeds meer jongens op jonge leeftijd selecteren is het bewijs dat we niet kunnen voorspellen op zo’n jonge leeftijd. Ik ben van mening dat de grootste talenten naar de grote opleiding moeten gaan, echter, voor de spelers hierachter is het veel beter om naar een kleinere BVO te gaan en daar de opleiding te krijgen. Hier zullen ze wel veel speeltijd en aandacht krijgen.

Nu zie je gebeuren dat spelers de hele opleiding bij een BVO blijven maar feitelijk weinig speelminuten krijgen. Uiteindelijk wordt van deze spelers afscheid genomen. Deze spelers worden dan niet meer door kleinere BVO aangenomen, omdat deze bezig zijn met de eigen spelers. De spelers stromen dan af naar een amateur vereniging. Als hij, echter op jongen leeftijd naar een kleinere BVO zou zijn gegaan was de kans op betaald voetbal groter geweest.

De pyramide van amateurvereniging (AV), AV top clubs, kleine BVO naar grote BVO moet nog meer structuur krijgen. Daarom moeten de clubs hun eigen belangen soms wat loslaten, helaas is dit nogal moeilijk en waarschijnlijk een utopie.

Stanley van Kesteren


Als laatste wil ik graag een pluim geven aan de vele kleine BVO’s in Nederland. We hebben het altijd over de grote top opleidingen. Maar is het niet makkelijker om met een groot budget een supertalent op te leiden dan met een klein budget een minder talent? Je ziet dat kleine opleidingen spelers oppikken die iets minder talent hebben. Ze gaan met de speler aan de gang en uiteindelijk haalt hij het betaalde voetbal of koopt een grote BVO hem. Dit wordt vaak onderschat.

We zijn in Nederland goed bezig met talentontwikkeling maar ik denk dat we veel meer kunnen samenwerken met elkaar. We zijn allemaal met hetzelfde doel bezig; Nederlandse talenten opleiden en het Nederlands voetbal op de kaart zetten en houden. De pyramide van amateurvereniging (AV), AV top clubs, kleine BVO naar grote BVO moet nog meer structuur krijgen. Daarom moeten de clubs hun eigen belangen soms wat loslaten, helaas is dit nogal moeilijk en waarschijnlijk een utopie.

Toekomstdroom: wie moeten jou bellen?

Ik zou heel graag werkzaam zijn bij een kleinere opleiding met potentie. Een goede opleiding neerzetten met een aantal duidelijke leerlijnen. Zoveel mogelijk spelers opleiden tot het eigen voetbalplafond. Daarnaast zou ik willen dat elke speler de opleiding uitkomt als een beter mens. Ook sociaal hebben de voetbalclubs een verplichting voor de maatschappij.

 

Bron: Blog Patrick van Bruggen

Deel dit artikel op social media

Gerelateerde artikelen