Mentaal vermoeide voetballers trappen en passen slechter
Vermoeidheid. Iedere sporter kent het wel. Het zorgt voor fysieke uitputting of lichamelijke klachten na een wedstrijd of na een intensieve training. Maar dat het geestelijke aspect ook een impact heeft, doet bij minder mensen een belletje rinkelen. Nochtans kunnen sporters eveneens mentaal vermoeid raken met alle gevolgen van dien.
MENTALE VERMOEIDHEID
Door een cognitief belastende taak uit te voeren, zoals opletten tijdens onlinelessen of door repetitief cijferwerk, kan mentale vermoeidheid ontstaan. Dit gaat vaak gepaard met lusteloosheid. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat dit geen effect heeft op explosieve inspanning zoals sprintjes trekken of op de startsnelheid. Toch heeft het nadelige gevolgen. Meer bepaald voor duurinspanningen. Onderzoekers uit Australië, Groot-Brittannië en België onderzochten bovendien de effecten van mentale vermoeidheid op voetbalprestaties.
TWEE STUDIES
Uit resultaten van twee studies blijkt dat mentale vermoeidheid wel degelijk een negatief effect heeft op voetbalprestaties. In een eerste onderzoek werd bij 12 mannelijke recreatieve voetbalspelers onderzocht welk effect mentale vermoeidheid had op de prestatie tijdens een voetbalspecifieke uithoudingsvermogentest (YoYo IR1). Een tweede onderzoek analyseerde de mentale vermoeidheid op pas- en schietnauwkeurigheid bij 14 mannelijke voetballers van de Belgische tweede nationale tot derde provinciale. Hiervoor werd de Loughborough soccer passing and shooting test’ afgenomen (zie video hieronder).
In beide studies voerden de voetballers de tests tweemaal uit. Eenmaal nadat ze een half uur lang een geestelijk vermoeiende taak uitvoerden en eenmaal nadat ze een half uur een tijdschrift hadden gelezen.
Ook de nauwkeurigheid van de schoten nam af door de mentale vermoeidheid, hetgeen zich uitte in een veel minder scorepunten per schot tijdens de schiettest.
Bij de mentaal vermoeiende taak legden de voetballers een variant af van de Stroop-taak. De spelers kregen een vel papier onder ogen met daarop verschillende woorden die in verschillende kleuren waren ingekleurd. Hierbij moesten de kleur waarin het woord was weergegeven en niet het woord zelf hardop zeggen. Een enkele uitzondering op die regel: als de kleur van het woord in rood was geprint, dan moesten de voetballers het woord hardop zeggen en niet de kleur. Na deze test werd aan de voetballers gevraagd in hoeverre ze mentaal vermoeid waren. Ook werd hen gevraagd hoe gemotiveerd ze waren om de fysieke test uit te voeren.
Uit de resultaten blijkt dat de voetballers uit de twee studies voorafgaand aan alle fysieke tests ongeveer even gemotiveerd waren. Qua mentale vermoeidheid had de Stroop-taak een negatief effect maar de leesopdracht niet. Door die mentale vermoeidheid liepen de voetballers in de eerste studie 16% minder ver tijdens de Yo-Yo IR1-test. Dit in vergelijking met dezelfde test zonder mentale vermoeidheid.
Tijdens de pass-test waren de resultaten genuanceerder. De snelheid van uitvoering leed niet onder de mentale vermoeidheid. Maar de onnauwkeurigheid steeg wel. Zo werd bijna twee keer zo veel straftijd uitgedeeld vanwege onnauwkeurige passes. Ook de nauwkeurigheid van de schoten nam af door de mentale vermoeidheid, hetgeen zich uitte in een veel minder scorepunten per schot tijdens de schiettest. Tot slot trapten de mentaal vermoeide spelers ongeveer 3 km/u minder hard.
CONCLUSIE
De onderzoeken maken maar al te duidelijk dat mentale vermoeidheid een negatief effect heeft op de prestatie bij voetbal. Daarom is het voor iedere voetballer af te raden om mentaal vermoeiende taken uit te voeren voorafgaand een voetbalwedstrijd. Is dit misschien een reden om studenten tijdens de komende blok extra rust te gunnen?